Eifel
De Eifel ligt tussen Aken in het noorden, Trier in het zuiden en Koblenz in het oosen. Ze loopt in het noord-oosten op de lijn tussen Aken-Düren -Bonn tot aan de Niederrheinischer baai. In het oosten en zuiden wordt ze van het Rijn- en Moezeldal afgesloten. Richting westen gaat ze in Belgie en Luxemburg in het geologisch gelijke Ardennen en in de Luxemburgse Ösling over. Ze strekt zich over Rheinland-Pfalz en Nordrhein-Westfalen net als over het gebied Eupen-Sankt Vith-Luxemburg. De hoogste berg is de 'Höhe Acht' (747 m.), een vulkanische kegel. Haar naam kreeg de Eifel van karolingische Eifelgau, die met het gebied om de deinigen van de rivieren Ahr,Kyll, Urft en Erft overeenkomt. De Eifel hoort bij delen van het 'Rheinische' Leigebergte, die door haar golvende hoogvlaktes ook 'Rumpfhochland' genoemd wordt. Deze ontstond door de door erosie afgedragen oergebergte van het variszische gebergtevormingsfase en later opnieuwe elevatie. De hoogtevlakte wordt in het westelijke gedeelte door enige tot 700 m. hoge bergnokken zoals Schneifel of Hohes Venn doorkruist. In het oostelijke gedeelte ontstonden in de 'Hohe Eifel' en in de 'Vulkaneifel' uit tertiare en quartiare vulkanisme enige 'Schlacken'vulkanen en Basalttoppen zoals de 'Hohe Acht' en de 'Ernstberg' die boven het heuvellandschap uitragen. De riviertjes zoals Our, Kyll, Ahr, Brohl en Rur die uitmonden in de Moezel, Rijn en Maas hebben zich aan de rand van de Eifel diep ingesneden en vormen grote valleien. De meer als 5.300M² grote Eifel wordt geografisch in de Noord-Eifel en de Zuid-Eifel gedeeld, specifieker bestaat zij echter uit meerdere natuurlijke ruimtelijke landschappen met gedeeltelijk verdere onderverdelingen.
Bron: Eifel; http://de.wikipedia.org/wiki/Eifel; 24.04.2012
Vulkanisme
Het vulkanisme in de Eifel begon 50 miljoen jaar geleden en is tot op heden geologisch actief. Het heeft talrijke landschappelijk bepalende vulkaankraters, lavastromen en grote dekens bestaande uit vulkanische uitwerpingen uit turf en bims gecreëerd, die al sinds de tijd van de Romeinen de basis van belangrijke mijnbouwactiviteiten ter extractie van bouwstoffen is.
Al in de vroege Tertiare tijd waren er eerste vulkaanuitbarstingen die vooral in de 'Hocheifel' plaatsvonden, nog voordat er vulkanische activiteiten in 'Siegengebirge' en 'Westerwald' waren. Het vulkanisme in de 'Hocheifel' doofde ongeveer op dezelfde tijd als in het 'Siebengebirge',ongeveer 15 tot 20 miljoen jaar geleden. Het vulkanisme in het westelijke en oostelijke gedeelte van de Eifel is in tegenstelling tot het in de 'Hocheifel' veel jonger als dat in het 'Siebengebirge' en 'Westerwald' . Het begon in het westelijke gedeelte van de Eifel in de buurt van Daun, Hillesheim en Gerolstein ongeveer 700.000 jaar geleden en creëerde een van noordwesten naar zuidoosten verlopende keten van Asvulkanen, slakkenkegels, maars en kraters. De jongste maars zijn maar een beetje ouder dan 11.000 jaren. In het oostelijke gedeelte van de Eifel begon het vulkanisme ongeveer 500.000 jaar geleden in de buurt van het 'Laacher' meer en verbreidde zich richting zuiden tot aan het 'Neuwieder Becken', richting oosten stak het de Rijn over. De hoeveelheid van de vulkanen afkomstig geproduceerde Basaltlava, Bims- en Astuf bereikte hier een veel grotere omvang als in de westelijke Eifel. Zijn voorlopig einde vond het vulkanisme in de oostelijke Eifel door een machtige vulkaanuitbarsting, waardoor zich de Magmakamers leegden en instortten waardoor een boiler ontstond. In deze boiler ontstond naderhand het huidige Laacher meer. De as van de uitbarsting is tegenwoordig in afzettingen in heel midden-Europa en tot in Bornholm als dunne laagjes aantoonbaar. De oorzaak van het vulkanisme in de Eifel is magma, dat uit de bovenste laag van de Aarde direct opstijgt tot aan de aardoppervlakte of dat zich in een nog steeds meer dan 10 km. diepe magmakamer ongeveer aan de basis van de aardkorst verzamelt, waarvandaan in onregelmatige afstanden magma naar boven dringt en een vulkaanuitbarsting veroorzaakt. Nog 11.000 jaar geleden was er dus in de Eifel heftige vulkanische activiteit die ook de mensen die hier woonden merkten. Uit geologisch zicht geldt de Eifel tegenwoordig nog altijd vulkanisch actief. Kenmerken van deze permanente vulkanische activiteiten zijn onder andere het ontsnappen van gassen, bijvoorbeeld het ontsnappen van kooldioxide(CO2) in het Laacher meer.
Brom: Eifel; http://de.wikipedia.org/wiki/Eifel; 24.04.2012
Gewässer
Die Eifel ist aufgrund des feucht-milden Atlantikklimas von zahlreichen Bächen und kleineren
Flüssen durchzogen. Durch Aufstauungen entstanden besonders in der Nordeifel z. T. sehr große Stauseen, wie
zum Beispiel der Rursee, der volumenmäßig zweitgrößte Stausee in Deutschland und der Urftsee.
Eine Besonderheit bilden in der Eifel die Maare. Diese oftmals kreisrunden natürlichen Seen sind vulkanischen
Ursprungs. Größtes Maar der Eifel ist das Meerfelder Maar. Andere natürliche Wasserflächen größeren Ausmaßes
kommen in der Eifel nicht vor.
Wirtschaft
Große Teile der Eifel gelten als strukturschwaches Gebiet. Große Industrieansiedlungen fehlen
fast ganz. Lediglich in der Pellenz im Neuwieder Becken ist eine stärkere Industrialisierung vorhanden.
Landwirtschaft wird in bestimmten Tallagen und in den tieferen Gebieten betrieben (besonders in Teilen der
Südeifel sowie in der Voreifel und dem Maifeld). Ein nicht geringer Teil der Landwirtschaftsbetriebe hat
auf Pferdepension umgestellt, wovon einige als Wanderreitstation Übernachtungsmöglichkeiten für Wanderreiter
inklusive Pferdeversorgung anbieten.
An Rhein, Mosel und Ahr sowie in der Wittlicher Senke wird umfangreich Weinwirtschaft betrieben. In der
Wittlicher Senke zudem auch Tabakanbau. Bei Holsthum im Prümtal, im Windschatten des Ferschweiler Plateaus
wird Hopfen für die Bitburger Brauerei angebaut. In den Hochlagen der Eifel sind jedoch im Wesentlichen nur
Forst- und Milchwirtschaft möglich.
In der Eifel wird heute noch Bergbau betrieben. In Mayen wird durch die Firma Rathscheck Schiefer in
den Moselschiefer-Bergwerken Katzenberg und Margareta Dachschiefer abgebaut, in Ralingen an der Sauer unweit
der Grenze zu Luxemburg auf der Grube Engel im Peterstollen Gips. Tradition hat in der Eifel an vielen Stellen
der Abbau von Bims, Basalt und anderen Gesteinen sowie Mineralien, obendrein in der Südeifel die Gewinnung
von vulkanischer Kohlensäure, so vor allem im Wehrer Kessel.
Bekannt sind die vielen Eifler Mineralquellen, die hier aufgrund der vulkanischen Ereignisse häufig vorkommen.
Größte Abfüller sind Gerolsteiner und Apollinaris. Mit Bitburger hat zudem eine der größten deutschen Brauereien
ihren Sitz in der Eifel.
Der Tourismus spielt eine zunehmende wirtschaftliche Bedeutung und wurde insbesondere durch die
Nationalparkausweisung in der Rureifel oder naturkundliche Infrastruktur in der Vulkaneifel weiter gestärkt.
Des Weiteren sind der Eifelpark und einige Maare und Seen beliebte Ausflugziele. Im Winter gibt es in den
Hochlagen Angebote für Wintersportler, z. B. Schwarzer Mann bei Prüm, Weißer Stein bei Hellenthal oder in
Rohren bei Monschau. Ein bekanntes Ausflugsziel für Motorsportfans ist der Nürburgring mit der der Eifel
gewidmeten Vulkanparks verbindet, sowie viele Aussichtsberge und einige Ferienstraßen.
Quelle: Eifel; http://de.wikipedia.org/wiki/Eifel; 24.04.2012
Diese Beiträge stehen unter der Lizenz CC-BY-SA. Der Text der Lizenz ist unter der URL http://creativecommons.org/licenses/by-sa/3.0/deed.de zu lesen